Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Daarna zeide Jakob tot Jozef: [2]God de Almachtige, is mij verschenen te [3]Luz, in het land Kanaan, en Hij [4]heeft mij gezegend; 2. Zie boven, hfdst.17 vs.1. 3. Anders, Bethel genaamd. Zie boven, hfdst.28 vs.19, en hfdst.35 vs.6. 4. Dat is, Hij heeft de zegeningen aan mijn vader en grootvader beloofd, weder met mij vernieuwd en bevestigd; daar die van hand tot hand aan onze nakomelingen overgeleverd moeten worden.